Klimaatadaptatiestrategie Doetinchem

Hoofdrapport, 24 mei 2022

Vastgesteld door gemeenteraad van Doetinchem op 7 juli 2022

Waarom deze strategie?

Hierbij presenteren wij de strategie waarmee we Doetinchem klimaatbestendig gaan maken. Dit doen we aan de hand van de volgende stappen:

  1. De verwachte klimaateffecten in onze gemeente.
  2. De visie en ambities voor een klimaatbestendige inrichting (de klimaatadaptatiestrategie).

Landelijk kader

In de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie is de ambitie vastgelegd om Nederland klimaatbestendig en waterrobuust in te richten. Daarmee is een transitie ingezet, die in 2050 voltooid moet zijn. In het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) staat hoe gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk deze transitie kunnen doorlopen. Er zijn zeven ambities geformuleerd, waar dus ook gemeenten invullingen aan moeten gaan geven. Dit zijn:

  1. Kwetsbaarheid in beeld brengen
  2. Risicodialoog voeren en strategie opstellen
  3. Uitvoeringsagenda opstellen
  4. Meekoppelkansen benutten
  5. Reguleren en borgen
  6. Stimuleren en faciliteren
  7. Handelen bij calamiteiten

Dit rapport geeft uitwerking aan ambitie 1 en 2.

Stand van zaken in gemeente Doetinchem

De gemeente Doetinchem werkt samen met Montferland, Oude IJsselstreek en Waterschap Rijn en IJssel (Afvalwaterteam Etten) aan deze ambities. Aan de eerste ambitie (kwetsbaarheid in beeld brengen) is met een stresstest invulling gegeven. We weten nu veel beter welke effecten we kunnen verwachten. Aan de tweede ambitie (risicodialoog voeren en strategie opstellen) is met het voeren van de klimaatdialogen eind 2020 en begin 2021 ook voldaan. We weten welke effecten zowel experts van overheden als gebiedspartners onwenselijk of onacceptabel vinden. Hoe we ons hierop willen aanpassen (strategie), hebben we in dit plan opgenomen. De integrale uitvoeringsagenda klimaatadaptatie opstellen (derde ambitie) volgt hierna.

Een nieuwe beleidscyclus

De 7 ambities zijn nadrukkelijk geen afvinklijst die eenmalig doorlopen moet worden. Een waterrobuuste en klimaatbestendige inrichting is alleen te realiseren door deze ambities te verweven in de reguliere werkprocessen van de gemeente. Dit is het begin van een nieuw, iteratief proces welke regelmatig geëvalueerd en bijgesteld zal worden.

Totstandkoming

1. Kwetsbaarheden voor klimaatverandering in beeld met de stresstest

De basis voor de Klimaatadaptatiestrategie is de stresstest: een analyse van de te verwachten effecten van klimaatverandering in Doetinchem. We hebben de stresstest samen met het Afvalwaterteam Etten uitgevoerd in 2019. Hiervoor zijn kaarten ontwikkeld met daarop de te verwachten effecten bij hevige neerslag, langdurige droogte, extreme hitte en overstromingen, uitgaande van de KNMI-klimaatscenario’s voor 2050. De resultaten van deze stresstest staan in de online Klimaatatlas van Doetinchem (zie weetvanwater.nl/klimaatatlas). 

2. Voeren van klimaatdialogen en opstellen van de strategie

We hebben eind 2020 en begin 2021 online klimaatdialogen gevoerd, zowel binnen de gemeentelijke organisatie en met waterschap en provincie, als met organisaties/gebiedspartners (zoals GGD, Vruchtbare Kringloop Achterhoek, Vereniging Agrarisch Landschap Achterhoek, LTO, Wonion, Plavei, Zozijn, de Natuur- en Milieufederatie, waterschap Rijn en IJssel en de provincie Gelderland). Met de klimaatdialogen verifieerden we de uitkomsten van de stresstest en bespraken we de risico's van klimaatverandering: welke effecten ervaren we? Welke risico’s vinden wel en niet acceptabel? Ook hebben we verkend wat we willen bereiken in 2050 en wat ons daarvoor te doen staat. De klimaatdialogen vormen onder andere de basis voor de strategie: de visie, ambities en leidende principes.

Uitvoeringsagenda klimaatadaptatie 2022-2026 (volgende stap)

Tijdens de klimaatdialogen zijn veel kansen en oplossingsrichtingen voor klimaatadaptatie aangedragen. Deze informatie gebruiken we bij het opstellen van een integraal uitvoeringsplan klimaatadaptatie. De komende jaren willen we met name inzetten op: klimaatadaptatie onderdeel maken van ‘ons DNA’, meekoppelen en het stimuleren van klimaatbestendig gedrag. Daarmee willen we de basis leggen om ons streefdoel voor 2050 te bereiken.

Proces en samenwerking

De totstandkoming van deze strategie werd begeleid door een multidisciplinair ambtelijk kernteam DPRA van de gemeente Doetinchem. Klimaatadaptatie is een interdisciplinaire opgave. Het raakt ook aan veel andere ontwikkelingen en opgaven. Om kosten te besparen en gezamenlijk te leren binnen het Afvalwaterteam Etten, is dit plan gelijktijdig opgesteld met die van buurgemeenten Montferland en Oude IJsselstreek. Doetinchem is ook onderdeel van de DPRA werkregio Achterhoek+, waar afstemming wordt gezocht op regionale opgaven voor klimaatadaptatie en waarmee gezamenlijk de aanvraag voor de impulsgelden van het Rijk voor klimaatadaptieve maatregelen wordt gedaan.

De klimaatadaptatiestrategie

De uitdaging: een veranderend klimaat

Het klimaat verandert. Daardoor krijgen we vaker te maken met hitte, droogte en hevige neerslag. Ook wordt de kans op overstromingen groter.

Een doodlopende straat met huizen eromheen. De straat is ondergelopen met water . Er loopt een groot kind met 2 kleine kinderen aan de hand door het water, er fietst een kind op een fiets. Een volwassen persoon staat in het water te kijken

Neerslagpatronen veranderen door klimaatverandering. We krijgen te maken met grotere piekbuien en langere natte winterperiodes. Dit kan leiden tot meer hemelwateroverlast en grondwateroverlast.

In 2050 komt extreme neerslag waarschijnlijk 2 keer zo vaak voor als nu.

een rivier die buiten zijn oevers is getreden. Er staan bomen in de rivier en de weg naar de rivier toe staat onder water

Door het veranderende weer krijgen we in Doetinchem vaker te maken met stormen en een sterker fluctuerende rivierafvoer. Deze factoren betekenen een extra belasting op de dijken.

In 2050 moeten we rekening houden met hoogwaterstanden van 20 tot 40 cm hoger dan nu.

Een brug met een brugwachtershuisje. Een fietser fiets over de brug. Een man met een oranje hesje spuit de weg van de brug nat

Klimaatverandering wordt ook wel ‘global warming’ genoemd. We moeten er rekening mee houden dat we in de zomer vaker met extreme hitte te maken krijgen.

In 2050 komen extreem hete dagen waarschijnlijk 2,5 keer zo vaak voor als nu.

een akkerweiland met op de achtergrond een groen bos. Op het akkerweiland staat een grote watersproeier water te sproeien.

Het wordt warmer en neerslagpatronen worden grilliger. Vooral in de zomers zullen we steeds meer te maken krijgen met langdurige periodes van droogte en de effecten van (zoet)watertekorten.

In 2050 moeten we rekening houden met drogere zomers en minder wateraanvoer dan nu.

Wat betekent klimaatverandering voor ons?

Wat zijn de effecten van een veranderend klimaat voor onze gemeente? Hieronder staat een overzicht op hoofdlijnen.

  • Waterkwaliteit verslechtert: Tijdens een hete, droge periode stroomt water minder goed door, vallen beken droog en warmt het water op. Dit is slecht voor waterkwaliteit en verhoogt risico op bijvoorbeeld blauwalg, stank en afname biodiversiteit. Op een warme zomerdag kan er dan niet gezwommen worden in open water.
  • Hulpdiensten kunnen niet uitrukken: Extreem weer kan wegen tijdelijk onbegaanbaar maken voor hulpdiensten, zoals brandweer, politie, ambulances en netwerkbeheerders. Juist als je ze nodig hebt!
  • Hittestress in de kernen: Op plekken zonder schaduw, groen en water loopt de gevoelstemperatuur in de zomer flink op. Dit kan leiden tot afgelaste evenementen, gezondheidsklachten maar ook schade aan wegen, sporen of installaties.
  • Natuur en biodiversiteit onder druk: Ook natuur en biodiversiteit kunnen onder druk komen te staan door droogte, hitte en extreme neerslag. Anderzijds bieden natuurgebieden, meer groen en natuur in steden en het landelijk gebied juist de gewenste waterbuffers, verkoeling én opslag van CO2.
  • Risico op natuurbranden: Langdurige droogte en aanhoudende hitte zorgen er voor dat de aanwezige natuur uitdroogt. Hierdoor neemt de kans op een natuurbrand toe. De aanwezigheid van voldoende water verkleint de kans.
  • Waterveiligheid onder druk: Door meer variatie in de rivierafvoer komt er meer druk op de dijken. Het landelijk gebied en veel woonkernen zijn kwetsbaar voor een overstroming. Als de primaire dijken het zouden begeven, dan loopt het blauw gearceerde gebied volgens de modellen onder. Alleen delen van Wehl, Gaanderen en de wijk IJkenberg in Doetinchem blijven gespaard net als het landelijk gebied ten oosten van Doetinchem.
  • Landbouw onder druk: Het is goed boeren in Doetinchem. Droogvallende beken zorgen voor een verminderde wateraanvoer naar landbouwgronden. Daarom vragen droogte, hitte en extreme neerslag om nog verregaande innovatie en adaptatie om schade aan landbouw tegen te gaan.
  • Wateroverlast in de kernen: In alle kernen in onze gemeente zijn wel een aantal wegen en panden die onderlopen bij een stevige ‘klimaatbui’ van 70 mm in 1 uur en tot schade leiden. Zulke grote hoeveelheden neerslag kunnen we niet meer met buizen ondergronds afvoeren. Bovendien is afvoeren zonde, we hebben het water nodig tijdens droogte.

Onze visie op een klimaatbestendig Doetinchem

Het klimaat verandert. Daar passen we ons op aan. We hebben vijf pijlers gedefinieerd waar onze visie op steunt.

1. Stad en dorp gezond en groen

In onze gemeente wonen bijna 60.000 mensen. Er heerst een aantrekkelijk woon- en werkklimaat. De stad Doetinchem vervult een regiofunctie. Dit alles willen we behouden en versterken.

2. Adaptief landelijk gebied

De overwegend stedelijke gemeente heeft een aantrekkelijk groen landelijk gebied. Droogte bedreigt hier o.a. landbouw en natuur. We streven naar een toekomstbestendig landelijk gebied voor deze functies.

3. Robuuste vitale infrastructuur

 Vitale infrastructuur zijn knooppunten van wegen, energie, dataverkeer en meer. De vitale functies van de gemeente willen we beschermen omwille van onze gezondheid, veiligheid en economie.

4. Ontwikkelingen klimaatbestendig

We bouwen met het oog op de toekomst. Als we nu iets ontwikkelen, houden we rekening met het klimaat van de toekomst.

5. Betrokken en actieve mensen

De mensen maken Doetinchem. Als we onze gemeente willen aanpassen aan het veranderende klimaat moeten we dat samen doen. We zetten in op samenwerking met inwoners en bedrijven in onze gemeente.

Onze ambities voor 2050

We bereiden ons voor op extremer weer in 2050. We stellen onszelf voor bestaand stedelijk en landelijk gebied de volgende ambities voor de komende 30 jaar:

1. Stad en dorp gezond en groen

  • Ondervindt bebouwing geen schade bij hevige neerslag. 
  • Ontstaan geen onveilige situaties bij hevige neerslag.
  • Zijn er voldoende mogelijkheden om veilig te schuilen voor mens en dier bij een overstroming.
  • Blijft schade aan openbaar groen beperkt bij droogte.
  • Is in de woonkernen op openbare verblijfsplekken > 40% schaduw aanwezig tegen hittestress.
  • Is op loop- en fietsroutes > 30% schaduw aanwezig tegen hittestress.
  • Is kans op nachthitte in de woonkernen verlaagd bij hitte.
  • Blijft drinkwater gezond bij hitte.
  • Blijft zwemwater gezond bij hitte.
  • Behoort hittestress bij kwetsbare groepen tot de verleden tijd.

2. Adaptief landelijk gebied

  • Zijn er voldoende mogelijkheden om veilig te schuilen voor mens en dier bij een (eventuele) overstroming.
  • Blijft schade aan landbouwgewassen en natuur beperkt bij droogte.
  • Blijft schade door bosbranden voor mens en natuur beperkt bij droogte.
  • Is de biodiversiteit toegenomen en de weerbaarheid van flora en fauna aanzienlijk versterkt bij droogte.
  • Blijft open water en grondwater van voldoende kwaliteit bij droogte.
  • Blijft voldoende drinkwater beschikbaar voor inwoners bij droogte.
  • Vindt mens en dier verkoeling in (open) landelijk gebied bij hitte.

We bereiden ons voor op extremer weer in 2050. We stellen onszelf voor bestaande vitale infrastructuur de volgende ambities voor de komende 30 jaar:

3. Robuuste vitale infrastructuur

  • Blijven snelwegen, provinciale wegen en andere hoofdroutes toegankelijk bij hevige neerslag.
  • Blijven nooddiensten bereikbaar voor calamiteitenverkeer bij hevige neerslag.
  • Zijn overige wegen binnen een uur weer toegankelijk voor calamiteitenverkeer bij hevige neerslag.
  • Ondervinden vitale en kwetsbare functies geen of beperkte schade of uitval bij hevige neerslag en bij een overstroming.
  • Blijven essentiële routes voor calamiteitenverkeer begaanbaar bij een overstroming.
  • Blijven nooddiensten bereikbaar bij een overstroming.
  • Blijven gevolgen voor bereikbaarheid hoofdontsluitingswegen bij een natuurbrand beperkt bij droogte.

Deze vitale infra en objecten gaan we waar nodig robuust maken:

  • Slingeland ziekenhuis en hoofdkantoren brandweer en politie
  • Calamiteitencentra, gemeentehuis en BUHA
  • Gemalen, sluizen en RWZI
  • Hoofdstations drinkwater, elektriciteit, gas, olie, waterstof
  • Datacenters en hoofdstations telecom en ICT
  • Verkeersmanagement centrales
  • Knooppunten voor (openbaar) vervoer
  • BRZO en BEVI bedrijven
  • Economisch belangrijke bedrijventerreinen
  • Musea

We bereiden ons voor op extremer weer in 2050. We stellen onszelf voor nieuwe ontwikkelingen en communicatie & gedrag de volgende ambities voor de komende 30 jaar:

4. Ontwikkelingen klimaatbestendig

  • Wordt een “basisveiligheidsniveau” gehanteerd om nieuwbouw en herinrichtingen alleen nog maar klimaatbestendig te realiseren. In de richtlijnen staan opgenomen:
    ✓ De ambities uit pijler 1 ‘Stad en dorp gezond en groen’
    ✓ De ambities uit pijler 3: ‘Robuuste vitale infra en objecten’
  • Werken we regionaal samen op dit thema.
  • Totdat het “basisveiligheidsniveau” er is benutten we meekoppelkansen maximaal.

5. Betrokken en actieve mensen

  • Zijn mensen zich bewust van de effecten van wateroverlast, hitte en droogte op hun leefomgeving.
  • Hebben mensen kennis van welke maatregelen zij zelf kunnen nemen om risico’s op wateroverlast, hittestress en droogte tegen te kunnen gaan.
  • Zijn mensen in staat om hun eigen perceel klimaatbestendig in te richten, en doen ze dat ook.
  • Zijn mensen zich bewust van de risico’s en hoe te handelen bij een calamiteit en bij een overstroming.

Onze leidende principes voor de aanpak

We hebben een visie, en onze ambities zijn duidelijk. Vanaf nu gaan we onze werkprocessen zo inrichten dat we onze ambities voor een klimaatbestendig Doetinchem waarmaken. Dat doen we aan de hand van onze leidende principes.

Zo willen wij werken:

  • Integraal
  • Toekomstgericht
  • Samen
  • Met een basisveiligheidsniveau voor klimaatadaptatie
  • We benutten meekoppelkansen maximaal
  • We geven het goede voorbeeld

Zo willen we buiten aan de slag:

  • Neerslag vasthouden daar waar het valt
  • De bodem inzetten als spons
  • Meer schaduw door meer groen
  • Minder verharding door meer groen
  • Bebouwing en vitale infra en objecten hoog en droog

Klimaatdialogen

Welke risico's worden ervaren?

Ondernemers en organisaties ervaren nu al de gevolgen van klimaatverandering in de praktijk. In onderstaand overzicht een samenvatting op hoofdlijnen van de risico’s die men op dit moment ervaart in bebouwd gebied, landelijk gebied en bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.

Bebouwd gebied

  • In de bebouwde kom wordt water op straat ervaren. Ieder dorp heeft wel één of meerdere straten of locaties waar dit voorkomt.
  • Men maakt zich zorgen over de bereikbaarheid van hulpdiensten door water op straat.
  • Op een warme zomerdag krijgt men de woning niet meer koel.
  • Particulieren worden onvoldoende geïnformeerd over de (on)mogelijkheden van klimaatadaptieve maatregelen.

Landelijk gebied

  • Nadelige effecten op bedrijfsvoering van agrarische bedrijven door onttrekkingsverbod op grondwater en/of uit de Oude IJssel tijdens een droge zomer.
  • Biodiversiteit onder druk door droogte en hitte.
  • Men maakt zich zorgen over gezondheidsproblemen bij mensen en dieren bij hitte. 

Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen

  • De randvoorwaarden van geplande nieuwbouwprojecten moeten worden bijgestuurd; er wordt te weinig rekening gehouden met het klimaat van de toekomst.
  • Klimaatadaptatie is nog geen onderdeel van het werk.
  • Zorgplichten zijn onduidelijk: wie doet wat en welke partijen moet je betrekken?

Welke kansen doen zich voor?

Wij vroegen ondernemers en organisaties welke kansen zij zien. In onderstaand overzicht een samenvatting op hoofdlijnen van de kansen die men op dit moment voor zich ziet in bebouwd gebied, landelijke gebied en bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.

Bebouwd gebied

  • Meer schaduw en groen aanleggen rondom publiek openbare gebouwen en verzorgingshuizen om hittestress te verminderen.
  • Groenblauwe koele structuren aanleggen door het bebouwd gebied om hittestress te verminderen.
  • Water vasthouden daar waar het valt voor infiltratie naar de bodem om droogte te bestrijden.
  • Inzet van klimaat-/tuincoach die adviseert over praktische klimaatadaptieve maatregelen die inwoners kunnen uitvoeren.

Landelijk gebied

  • Om droogte te bestrijden meer aansturing op het vasthouden van water en verbetering van de bodemkwaliteit.
  • Onderzoek doen naar meervoudig ruimtegebruik (bijv. landbouw met bomen).
  • Bestrijding hittestress bij vee met meer schaduw en groene daken op stallen.

Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen

  • Aanleg groene daken op bezit woningbouwcorporaties.
  • Klimaatadaptatie als randvoorwaarde in aanbestedingen voor nieuwbouw en herinrichting.
  • Betere communicatie over klimaatadaptatie richting bewoners, ondernemers en organisaties.

En verder

Woningbouwcorporaties willen in overleg met de gebouwbeheerders kijken wat te doen aan hittestress of wateroverlast. Ook zijn er gebouwgebruikers, zoals zorginstellingen, die graag de samenwerking opzoeken met de gebouwbeheerder en –eigenaar. Bij het starten van nieuwe projecten, zijn er woningbouwcorporaties die klimaatadaptatie meenemen als kans. Beschikbare middelen zijn hierbij wel een belangrijke voorwaarde.

Samen klimaatbestendig. Wat gaan we doen?

De opgaven met een hoge urgentie en veel energie om de handen uit de mouwen te steken hebben de grootste slagingskans. Ondernemers en organisaties konden aangeven welke opgaven de meeste prioriteit kregen. Onderstaande opgaven kregen de meeste prioriteit en zijn voorzien van ideeën voor oplossingen en mogelijkheden tot samenwerking; er zijn deals gesloten. De deals zijn een eerste aanzet tot onderlinge afspraken voor samenwerking tussen partners. Initiatief voor vervolg zal vanuit de bij de deals betrokken ambtenaren komen.

Bebouwd gebied

  • Inzetten op meer groen en minder verharding tegen hittestress, wateroverlast en droogte.
  • Bewustwording, kennis vergroten en stimuleren inwoners en ondernemers over belang van eigen terrein klimaatbestendig inrichten.
  • Groot onderhoud openbare ruimte doen we voortaan klimaatbestendig.

Landelijk gebied

  • Terugdringen wateroverlast en droogte door slimme inrichting landschap en watersysteem.
  • Behoud en bevorderen van de biodiversiteit.
  • Heroverwegen waterverdeling bij droogte.

Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen

  • Uitwerken basisveiligheidsniveau, waarmee we nieuwbouw en herinrichtingen alleen nog maar klimaatbestendig doen.
  • Kostenplaatje rondkrijgen voor klimaatbestendige nieuwbouw bij bouwende partijen.
  • Vergroten bewustwording en kennis over klimaatadaptatie bij bouwende partijen.
  • Regionaal samenwerken op klimaatproof bouwen en ontwikkelen.

Financieel

Beschikbare middelen

We hebben de klimaatadaptatiestrategie opgesteld en gaan deze nu verder uitwerken in een integrale uitvoeringsagenda. Om straks met de uitvoeringsagenda aan de slag te kunnen, is financiering nodig. Welke middelen zijn er beschikbaar?

1. Bestaande (en toekomstige) budgetten en kredieten

Om buiten alle kansen te benutten, daar waar we als gemeente zelf aan de slag gaan in de openbare ruimte, kunnen we gebruik maken van bestaande budgetten en kredieten vanuit (onder andere) wegen, groen, riolering en water. Ook kunnen we binnen project- en planbegrotingen aanvullend budget reserveren om klimaatadaptieve maatregelen uit te voeren. Door in een vroeg stadium de klimaatkansen te betrekken zorgt dat niet voor extra uitvoeringskosten.

2. Subsidies en bijdragen derden (o.a. rijk, provincie, waterschap)

  • Impulsregeling Klimaatadaptatie: Om klimaatadaptatie een impuls te geven heeft het Rijk de ‘Impulsregeling klimaatadaptatie’ in het leven geroepen. Het bedrag kan gebruikt worden om adaptatiemaatregelen versneld uit te voeren, om al geplande ruimtelijke maatregelen uit te breiden met adaptatiemaatregelen, of om nieuwe adaptatiemaatregelen op te pakken. De voorwaarde is dat ze water gerelateerd moeten zijn, omdat het geld uit het Deltafonds komt. Projecten om hittestress te verminderen komen hiervoor dus niet in aanmerking. De maatregelen moeten uiterlijk in 2027 gerealiseerd zijn. De aanvraag voor deze regeling kan alleen gedaan worden door werkregio’s. Wij nemen deel in de werkregio Achterhoek+ en vragen samen deze bijdrage aan. Doetinchem heeft recht op een Rijksbijdrage van ca. € 538.000,- exclusief btw. Met deze Rijksbijdrage is netto maximaal 1/3 van het totale projectbudget te financieren. Dat betekent dat wij als gemeente ca. € 1.076.000,- exclusief BTW moeten cofinancieren. Dit zal plaatsvinden via reeds geplande gemeentelijke projecten.
  • Subsidie Zoetwatervoorziening Oost-Nederland (ZON): Zoetwatervoorziening Oost-Nederland richt zich op onderzoek naar de huidige en toekomstige droogteproblematiek en mogelijke oplossingen en maatregelen. Dit betekent een transitie van het afvoeren van water naar het beter vasthouden ervan. De ZON-subsidie voor Doetinchem bedraagt € 285.000,- (periode 2022-2027). Als gemeente moeten wij zelf € 885.000,- financieren (opgenomen in het afkoppelprogramma van het GRP) voor het afkoppelen van verhard oppervlak naar bergings- of infiltratievoorzieningen.

3. Rioolheffing / Gemeentelijk Rioleringsplan

In het Gemeentelijk (Water- en) Rioleringsplan staan (naast riolering) ook beleidsuitgangspunten en maatregelen op het gebied van hemelwater en grondwater. Deze maatregelen worden gefinancierd uit de rioolheffing. Klimaatprojecten die in aanmerking komen voor de hierboven genoemde impulsregeling kunnen worden gecofinancierd vanuit de rioolheffing.

De gemeenteraad heeft op 4 november 2021 bij de Begroting 2022 de onderstaande (extra) middelen beschikbaar gesteld:

1. Adviseur klimaatadaptatie

Klimaatadaptatie is een beleidsoverstijgende opgave. Daarom is om iemand nodig die verbindt, zowel binnen als buiten de gemeentelijke organisatie: een adviseur klimaatadaptatie. Deze zorgt ervoor dat klimaatadaptatie landt in de gemeentelijke organisatie, dat elke kans buiten wordt benut en dat er actief wordt ingezet op het stimuleren van klimaatbestendig gedrag. Deze vacature is eind 2021 vervuld.

2. Werkbudget inspelen op klimaatmaatregelen bij gebiedsontwikkeling

Om klimaatadaptatie mogelijk te maken op (eigen) openbaar gebied wordt er op dit moment vaak naar een buiten de gemeentelijke organisatie gelegen subsidiemogelijkheid gegrepen om het transitieproces een financiële basis te kunnen geven. Als gemeente moeten we structureel budget vrijmaken om ook eigenhandig de transitie in gang te kunnen zetten naar een duurzame inrichting. Tevens is dit werkbudget inzetbaar voor de adviseur klimaatadaptatie om projecten te kunnen opstarten, aanjagen en stimuleren.

3. Werkbudget inzetten op maatregelen tijdens zomermaanden (i.v.m. toenemende droogte)

De afgelopen jaren 2018, 2019 en 2020 waren drie droge jaren op een rij. Er sterven momenteel meerdere (oude) bomen af, ook ontstaan er hier en daar gevaarlijke situaties (met name zwaar dood hout in beuken). Om het (huidige) bomenbestand meer bestendig te maken voor klimaatverandering is dit budget nodig (uitvoering door Buha bv).

Totaaloverzicht jaarlijkse kosten 2022 – 2026
MiddelenKosten per jaar
Adviseur klimaatadaptatie€ 95.000,- (vacature ingevuld)
Werkbudget inspelen op klimaatmaatregelen bij gebiedsontwikkeling€ 100.000,-
Werkbudget inzetten op maatregelen tijdens zomermaanden (i.v.m. toenemende droogte)€ 40.000,-
Totaal€ 235.000,-

Vervolg

In het Deltaplan hebben gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk aangegeven dat klimaatadaptatie een iteratief proces is dat regelmatig geëvalueerd en bijgesteld moet worden. In het Deltaplan staat dat minimaal eens in de 6 jaar de beleidscyclus dient te worden doorlopen. Dat betekent dat we in 2025 een nieuwe stresstest uitvoeren, de voorgaande periode evalueren en de uitvoeringsagenda gaan herzien op basis van nieuwe inzichten.