Uitgangspunten mobiliteit

De ‘Mobiliteitsvisie 2016-2026’ is het uitgangspunt. We werken aan een nieuw Mobiliteits- en parkeerplan.

Mobiliteit is een belangrijke drijfveer voor ontmoeting en sociale interactie in de stad en het landelijk gebied, waarbij betaalbaarheid een belangrijke randvoorwaarde is. Een groeiende en veranderende bevolking heeft gevolgen voor mobiliteit. Zelfs zonder de groei van het aantal inwoners neemt de behoefte aan mobiliteit in brede zin toe. De focus ligt op het zoveel mogelijk aansluiten op de bestaande infrastructuur door in te zetten op flexibele, duurzame en veilige kilometers en het verbeteren van de bereikbaarheid van voorzieningen. Daarbij hebben we extra aandacht voor fietsers en voetgangers en voor duurzaamheid. Het omvormen van bestaande straten met meer groen en ruimte voor fietsers en voetgangers en het toevoegen van laadpalen in de openbare ruimte past in dit streven. Dat geldt ook voor het de snelheid die wij accepteren binnen de bebouwde kom; 30km/u wordt het nieuwe uitgangspunt en alleen waar het nodig is geldt 50 km/u. We streven ernaar het STOMP principe te hanteren waarbij de auto niet langer centraal staat bij de inrichting van de ruimte, maar de mens en daarmee de leefbaarheid. We gaan eerst uit van de voetganger (Stappen) en daarna de fietser (Trappen), Openbaar Vervoer en Mobility as a Service (ofwel MaaS). Als laatste wordt de privéauto meegenomen in de inrichting. De ruimte die de parkeerfunctie inneemt zal opnieuw gewogen worden in het kader van de genoemde ruimtelijke ontwikkelingen.

We zetten in op het slim combineren van verschillende soorten mobiliteit en het comfortabel overstappen van bijvoorbeeld fiets naar openbaar vervoer. Dit zal op sommige locaties – zoals de spoorzone - in de vorm van een mobiliteitshub gebeuren. Het stimuleren van anders of slimmer werken kan met moderne IT-mogelijkheden een positieve impact hebben op mobiliteit.

Het centrumgebied zal door de ruimtelijke ontwikkelingen en de focus op actieve en duurzame mobiliteit autoluw(er) worden. Emissieloze stadsdistributie maakt daar onderdeel van uit. Het autoverkeer zal duidelijk gescheiden worden tussen bestemmingsverkeer en doorgaand verkeer om een balans te vinden tussen bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid. Het verbeteren van de verkeersveiligheid is en blijft een belangrijk punt, zowel in gedrag als in infrastructuur.

De RegioExpres is een extra sneltrein tussen Arnhem en Doetinchem. Deze gaat vervolgens verder als stoptrein tussen Doetinchem en Winterswijk. Om de RegioExpres te realiseren wordt het spoor verdubbeld tussen Didam en Doetinchem de Huet. Het verbeteren van de spoorlijn zorgt voor een snellere, robuuste verbinding tussen de Randstad en de Gelderse regio’s en daarmee voor een aantrekkelijkere woon-, werk- en leefomgeving. 

Gezien de ligging van Doetinchem in de grensstreek met Duitsland wordt mobiliteit nadrukkelijk ook gezien in het grensoverschrijdend perspectief, bijvoorbeeld als het gaat om snelle fietsverbindingen en het slechten van OV barrières.

Ga naar Kwaliteiten van nu.